Oorzaken van CVI
Een cerebrale visuele stoornis (CVI) kan verschillende oorzaken hebben.
Kinderen met CVI hebben vrijwel altijd medische (neurologische) problemen in hun ontwikkelingsgeschiedenis. De oorzaak van de problemen met het zien ligt in de hersenen. Door hersenbeschadiging hebben de kinderen moeite met kijken en het verwerken van visuele informatie. Veel van de kinderen met CVI hebben als gevolg van de hersenbeschadigingook problemen op andere ontwikkelingsgebieden. Een kind kan bijvoorbeeld problemen hebben op het gebied van de motoriek, op het gebied van de cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling of op het gebied van de aandacht.
Hieronder staan verschillende oorzaken van CVI. Ze zijn ingedeeld naar het moment waarop de CVI kan ontstaanontstaat: voor de geboorte, tijdens de geboorte, of daarna.
Mogelijke oorzaken vóór de geboorte
Mogelijke oorzaken van CVI voor de geboorte zijn bijvoorbeeld een aangeboren afwijking van de hersenen, een syndroom, een hersenbloeding of herseninfarct.
Mogelijke oorzaken tijdens de geboorte
Mogelijke oorzaken van CVI tijdens de geboorte zijn bijvoorbeeld complicaties tijdens de bevalling en ernstig zuurstoftekort. Kinderen die extreem te vroeg (prematuur) worden geboren en waarbij complicaties optreden, hebben risico op hersenbeschadiging. Zo’n hersenbeschadiging kan invloed hebben op de ontwikkeling en de verwerking van het zien.
Mogelijke oorzaken na de geboorte
Mogelijke oorzaken van CVI na de geboorte zijn bijvoorbeeld hersenvliesontsteking, een hersenbloeding of herseninfarct, een hersentumor, een ongeval waarbij de hersenen ernstig beschadigd raken of ernstige epilepsie. Dit kan dus ook op volwassen leeftijd optreden.
Kinderen met de aandoening cerebrale parese (CP) hebben een verhoogd risico op CVI. Kinderen met CP hebben een bewegingsstoornis door een hersenbeschadiging die is ontstaan vóór het kind 1 jaar is.