Geschiedenis Bartiméus 1915 - 1945
Hoogtepunten uit de geschiedenis van Bartiméus van 1915 - 1945.
1915-1916
Bartiméus begint als 'Vereeniging tot bevordering van christelijke opvoeding en onderwijs voor blinde kinderen en jongelieden' in Utrecht. De oprichting vindt plaats op 14 oktober 1915, maar werd officieel goedgekeurd door HKH Koningin Wilhelmina op 27 januari 1916.
1919
In 1919 komen de eerste kinderen naar de nieuwe blinden- of brailleschool aan het Zusterplein 4 in Zeist.
1921-1926
De 'Vereeniging tot oprichting en instandhouding van Christelijke Tehuizen voor Blinden' is opgericht. Doel van de oprichting: blinden aan goed werk helpen, omdat ze daar in de maatschappij niet aan toekomen. Na aankoop van 12 hectare grond in Ermelo is in 1925 gestart met het bouwen van het tehuis. Dat jaar is ook de naam Sonneheerdt gekozen. De eerste bewoners nemen in 1926 hun intrek in het tehuis.
1927
Vanaf 1924 verhuist de school met internaat naar villa Beeklust in Zeist. Extra vakken worden toegevoegd (naast normale vakken zoals catechisatie en het leren aankleden): Esperanto, Frans, Duits, Engels en muzieklessen. De aparte vakschool leidt op voor handwerk, zoals het maken van manden, stoelmatten, kokosmatten en borstels.
1930
In juni wordt de brailledrukkerij in Ermelo opgericht. Het Nederlands Bijbel Genootschap is vanaf de start een goede klant. De brailledrukkerij groeit uit tot de grootste van Europa.
1935
Er worden in de werkplaats in Ermelo (Productiecentrum Sonneheerdt, de voorloper van Proson) allerlei soorten borstels gemaakt. Om deze te verkopen gaan een blinde en een ziende samen met een kar vol spullen langs de deuren in Ermelo, Putten en Harderwijk.