Sorry, we ondersteunen geen IE

We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.

Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!

Op deze pagina

Gedragsproblemen en ontwikkelstoornissen gerelateerd aan gehechtheid tussen kind en verzorger, kunnen verschillende oorzaken hebben.

Ambivalent gehecht

Soms loopt het opbouwen van een gehechtheidsrelatie van het kind met vertrouwde personen anders dan verwacht. De relatie wordt niet langer gekenmerkt door 'veiligheid'. Te denken valt aan situaties waarin het kind voornamelijk de vrijheid heeft om te spelen: de 'veilige basisfunctie' is wel op orde, maar de 'veilige havenfunctie' verloopt problematisch. Een dergelijke situatie doet zich onder andere voor als een ouder niet in gaat op de behoefte van het kind om getroost te worden of als de ouder de behoefte van het kind niet (goed) opmerkt. Als dit regelmatig gebeurt, zal het kind zich in stressvolle situaties minder snel tot de ouder wenden. Het kind zal de aandacht proberen te verleggen door bijvoorbeeld een ander spelletje te spelen, in de hoop op deze manier van de ervaren stress af te komen. Dit kan uiteindelijk resulteren tot een zogenaamde 'onveilig vermijdende gehechtheidsrelatie'.

Het tegenovergestelde kan zich ook voor doen bij de opbouw van een gehechtheidsrelatie. In dat geval ervaart het kind niet de vrijheid om te spelen omdat de veilige basisfunctie niet op orde is. Hierdoor gaat het kind niet op onderzoek uit, maar blijft het dicht bij de vertrouwde persoon in de buurt. Redenen hiervoor kunnen onder andere zijn dat de vertrouwde persoon het zelf eng vindt als het kind te ver weg gaat of als de vertrouwde persoon het kind voor zichzelf nodig heeft. Het kind zal zich hierdoor mogelijk 'onveilig ambivalent hechten' aan de vertrouwde persoon.

Gedesorganiseerde hechting

Een derde vorm van onveilige hechting is 'gedesorganiseerde gehechtheid'. De ouder is onvoorspelbaar voor het kind en de hechtingsfiguur is tevens de bron van angst. Dit plaatst het kind voor een onoplosbaar conflict: degene tot wie het zich moet wenden voor troost is tegelijkertijd degene voor wie het bang is. Deze hechtingsstijl komt bovengemiddeld vaak voor bij kinderen die mishandeld of verwaarloosd zijn; maar ook ouders met onverwerkte trauma's kunnen gedrag vertonen dat beangstigend voor kinderen kan zijn.

Hechtingsstoornis

Behalve verschillen in de kwaliteit van de hechtingsrelatie (veilig of onveilig) zoals hierboven beschreven, zijn er ook kinderen bij wie er sprake is van 'geen hechting'. In dit geval is er sprake van een zogenaamde hechtingsstoornis.